top of page

De binnenkant

Het kasteel wordt betreden via een bordestrap die leidt naar centraal gelegen loggia op de bel-etage. De loggia is later met glaspuien dichtgezet. De centrale hal meet 182 vierkante meter over twee verdiepingen. Deze imposante hal wordt omgeven door diverse ruimten.



De centrale hal is sfeervol door het invallende licht van het gebrandschilderde glas door de cirkelvormige windroos. De salon links van de centrale hal is uitgevoerd in een neo-Lodewijk-XVI-stijl. Deze ruimte bevat paneellambrisering en ornamentlijsten en ronde vakken met satijnbespanning. De eetkamer in neo-renaissancestijl is uitgevoerd in blank eikenhout met rijk uitgevoerde paneelbetimmeringen. De vakken zijn bespannen met gobelins. Het cassetteplafond bevat geschilderde decoraties.



De voormalige bibliotheek achter de eetkamer die nu fungeert als bar heeft wandbetimmeringen met boekenkasten en casetteplafond van donker notenhout. De grote balzaal heeft pilasters in stucwerk en een plafond met geprofileerd lijstwerk. De vakken tussen de pilasters zijn met satijnstof bekleed. Het stucwerk is met luchtige ornamenten geschilderd.



Aan de rechterzijde van de centrale hal bevindt zich het trappenhuis naar de 1e verdieping. De enkelvoudige marmeren trap met balustrade splitst zich vanaf het bordes in tegenovergestelde richting in twee houten trappen met houten balustrade. Dit type trap, de keizerstrap, is ontstaan in Italië in de 16e eeuw en is verder ontwikkeld in Duitse paleizen uit de 18e eeuw.

Op de verdiepingen zijn de wanden beschilderd met ornamenten. De geornamenteerde eikenhouten deuren leiden naar de diverse vertrekken. De gietijzeren trap vanaf de verdieping leidt naar de zolder en verkeert in oorspronkelijke staat. De zolder bestaat uit diverse eenvoudige vertrekken rondom een centrale ruimte. De zolder verkeert grotendeels nog in oorspronkelijke staat. In de kelder is onder meer de wijnkelder bewaard gebleven.

bottom of page